Gezondheidszorg

Iben Braeckevelt studeert biomedical engineering aan de Universiteit Gent heeft Nepture gestart. Door te praten met tal van dokters tijdens zijn opleiding, kwam hij in aanmerking met het incontinentieprobleem. In woonzorgcentra hebben meer dan 60% van de bewoners last van incontinentie. Deze bewoners zijn dan genoodzaakt om incontinentiemateriaal te dragen, wat hun eigenwaarde sterk achteruit haalt. Buiten bewoners van woonzorgcentra zijn er andere personen die met deze pathologie worstelen zoals mensen met Alzheimer, spina bifida, hersenbloedingen,… Om de levenskwaliteit van deze mensen te verbeteren werd Nepture geboren, onder begeleiding van Tom Van Damme (Durf Ondernemen).

Nepture wil de levenskwaliteit van personen met incontinentie verbeteren door een sensor te ontwikkelen die kan bepalen hoe vol de blaas is. Deze sensor geeft dan ook een melding aan de persoon wanneer de blaas vol is. Zo kan de gebruiker zelfstandig en tijdig naar toilet gaan. Deze sensor wordt ontwikkeld in samenwerking met CMST (center for microsytem technology) aan de Universiteit Gent.

“Door te praten met patiënten werd duidelijk welke impact incontinentie heeft op iemand zijn leven en hoe de levenskwaliteit ernstig achteruit gaat. Veel mensen hebben dan ook schrik om buitenhuis te gaan omdat ze geen controle over hun blaas hebben. Dit wil Nepture aanpakken en deze mensen helpen. Als student-ondernemer is het een grote voldoening om mensen te kunnen helpen en hun reactie te zien als ze weten dat deze sensor in ontwikkeling is. De beurs van de Stichting voor Toekomstige Generaties zal helpen om de verdere ontwikkelingen aan de sensor te doen om zo snel mogelijk een afgewerkt product te leveren.”

Nepture ontvangt een prototypingsbeurs van €5000.

De Vlerick Business School bracht Natalia Villarreal, Zainab Dakik en Clara Maspons samen rond hun gemeenschappelijke wens om een verschil te maken in de prenatale zorg voor vrouwen. Tijdens hun studie Innovatie en Ondernemerschap kwamen ze op het idee om een medisch hulpmiddel te ontwikkelen voor zwangere vrouwen met beperkte toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg, om het risico op doodgeboorte te verminderen. Ze doopten hun project 'Maternia'.

Het medische hulpmiddel is bedoeld voor gebruik tijdens de laatste stadia van de zwangerschap, gezien de ernstige complicaties die kunnen optreden en die extra controle en toezicht vereisen. Het belangrijkste doel van het hulpmiddel, dat technologie en traditionele gynaecologische praktijken combineert, is om realtime-informatie te verstrekken aan de vrouwen, zodat ze snel kunnen reageren en medische hulp inroepen in geval van complicaties.

Natalia, Zainab en Clara worden begeleid door Voxdale en gecoacht door Bart Verleije.

"Maternia berust op drie thema's die voor het team van groot belang zijn: gendergelijkheid, gezondheid en inclusieve innovatie. De onthutsende cijfers over doodgeboorte in de wereld zijn een betreurenswaardig gevolg van de moeizame vooruitgang op die vlakken.

Het is moeilijk te begrijpen dat er jaarlijks 2,6 miljoen doodgeboren baby's ter wereld zijn en dat de aanpak van deze kwestie niet bovenaan de mondiale agenda staat. Het initiatief komt voort uit bezorgdheid en de vastberadenheid om dit cijfer terug te dringen met een duidelijke en welbepaalde missie en visie.

Student-ondernemer zijn is een nuttige en dynamische leerervaring. Ons project, dat innovatie en inclusie combineert, ligt in het verlengde van de waarden die ons bijgebracht werden tijdens de opleiding. Dankzij de Stichting voor Toekomstige Generaties kunnen we een verfijnder prototype ontwikkelen en de haalbaarheid ervan beter nagaan.”

Maternia ontvangt een prototypingsbeurs van €4388.  

Raphaëlle Trempu en Mathilde Fondaire zijn beide studentes Public Relations aan de Haute École Albert Jacquard van Namen. Ze zijn al sinds het begin van hun bachelor met het project bezig en worden inmiddels bijgestaan door het Naamse LinKube. Met de hulp van hun coaches Coralie Dufloucq en Charlotte Bouillet ontwikkelen ze een assortiment lingerie voor vrouwen volledig op maat voor (ex-)borstkankerpatiëntes.

Elisabeth Rutot, studente Modeontwerp in Brussel, heeft zich bij het team aangesloten om de prototypes te ontwerpen. Lingerie la Grenade zal drie soorten modellen aanbieden: een driehoekig model voor kleinere borsten, een hartvormig model voor grotere borsten en een derde model voor de postoperatieve periode.

Alle modellen zullen gemakkelijk verstelbaar zijn aan de taille voor extra comfort. Lingerie la Grenade wil vrouwen die borstkanker hebben (gehad), helpen om hun vrouwelijkheid, die na hun kanker vaak vergeten wordt, terug te krijgen. 

"Het project komt voort uit onze professionele en persoonlijke ervaringen. Wij hebben allebei (Raphaëlle en Mathilde) ervaring in de lingerieverkoop en hebben daarbij gezien hoe klanten naar zichzelf in de spiegel kijken. Veel vrouwen vinden het moeilijk om hun lichaam te accepteren en zich erbij neer te leggen om medisch ondergoed of oubollige lingerie te dragen.

Zo zijn we op het idee gekomen om een assortiment lingerie te creëren, aanvankelijk met setjes. Het uiteindelijke doel van Lingerie la Grenade is om hen de kans te bieden zichzelf te zien als vrouw en niet langer als patiënte.

De prototypebeurs van de Stichting voor Toekomstige Generaties is dan ook een buitenkans om ons te helpen onze prototypes te maken en af te werken. Als student-ondernemers hebben we dit project in een vroegere fase van ons leven kunnen verwezenlijken."

Lingerie la Grenade ontvangt een prototypingsbeurs van €5000.

Dysentis is een geconnecteerd apparaat (keelmicrofoon) dat verbonden is met een app om de stem van gebruikers te monitoren en te analyseren. Deze discrete en comfortabele band rond de hals analyseert de stemparameters om er de gezondheidstoestand van de stembanden uit af te leiden. Het apparaat is verbonden met een app die dagelijkse ondersteuning biedt. De app houdt je op de hoogte van je vorderingen, waarschuwt je als je iets fout doet en beveelt oefeningen aan die zijn aangepast aan elke gebruiker. Dysentis is bedoeld voor de dagelijkse ondersteuning en begeleiding van patiënten met dysfonie die stemtraining volgen, evenals professionals die hun stem als belangrijkste werkinstrument gebruiken.

Het team van Dysentis bestaat uit Martin Van Mollekot, Alix De Plaen, Maud Alexis en Maxime Cornette. Deze vier studenten willen samenwerken met logopedisten en stemartsen voor een complete en optimale opvolging van hun patiënten. Met Voxano kunnen gezondheidswerkers namelijk de gedetailleerde en dagelijkse evolutie van hun patiënten bekijken. Het Voxano-team wordt begeleid door de Yncubator en gecoacht door Michel Crespin.          

"We hadden een gemeenschappelijke doelstelling/missie: mensen helpen die lijden aan een kwaal, oplossingen vinden voor een gezondheidsprobleem en daarbij nieuwe technologieën gebruiken. We hebben ons vervolgens toegespitst op de stem. Het probleem dat we met Dysentis wilden aanpakken, was de toegang tot de dagelijkse vooruitgang van de stem van een patiënt tussen twee opvolgsessies bij een logopedist of kno-arts."

"Ondernemen als student stelt ons in staat om vrij en ambitieus te zijn in wat we doen. Het geeft ons ook de kans om ons te laten begeleiden en adviseren door professionals en gekwalificeerde organisaties (zoals de Yncubator). Zo durfden we de sprong te wagen en hebben we ontdekkingen gedaan, bijgeleerd en ervaringen opgedaan."

"Deze beurs zal ons helpen een werkend prototype van het apparaat te ontwerpen en de laatste hand te leggen aan de software voor stemanalyse. Met de beurs van € 5000 van de Stichting zullen we in eerste instantie het softwaregedeelte financieren. Daarna zal het resterende bedrag naar de hardware gaan."     

Dysentis ontvangt een prototypingsbeurs van € 5000.

Comment implémenter la gouvernance participative dans les institutions hospitalières ? Typologie, conceptualisation, impacts et recommandations, issus d’une revue de littérature

À partir de quatre bases de données internationales, Céline Van Vaerenbergh a exploré 25 initiatives de gouvernance participative (GP) mises en place dans les institutions hospitalières des pays membres de l’OCDE, principalement en Amérique du Nord. Elle en a d’abord fait la typologie, elle a ensuite conceptualisé la GP et analysé ses impacts pour, enfin, proposer un guide d’implémentation. Parmi les impacts positifs de la GP mis en évidence : l’efficacité accrue des décisions (plus adaptées au terrain), l’augmentation de la qualité des soins prodigués et de la performance des institutions, l’amélioration de la collaboration interdisciplinaire et le renforcement de l’implication du ou de la patient·e. Pour être efficace, la GP doit toutefois pouvoir compter sur des facteurs tels que la mise en place de structures formalisées spécifiques, l’existence de ressources suffisantes (notamment en termes de formations), le soutien de la hiérarchie et l’entretien d’une culture d’entreprise orientée « prise de décisions partagée » et « représentation de toutes les professions ».

A télécharger : Mémoire Céline Van Vaerenbergh (PDF)
Intervention de Céline lors du webinaire, à partir 00:42:08

Étude de l’intégration d’une composante verte et durable dans l’éducation du patient asthmatique à l’officine

La Belgique compte entre 400.000 et 1.000.000 de personnes souffrant d’asthme, dont la plupart utilisent peu ou prou des inhalateurs. Eléa Piccard a cherché à apporter une composante verte et durable dans leur éducation thérapeutique en officine en diminuant l’empreinte environnementale de ces appareillages, tant en matière de réduction des gaz à effet de serre qu’en matière de réduction des déchets. Pour ce faire, elle a mené des entretiens semi-directifs auprès de 13 pharmacien·ne·s de la Province de Liège. Ces rencontres lui ont permis d’identifier les freins et les leviers à une pratique plus environnementale des pharmacien·ne·s et, notamment, à une meilleure efficacité des entretiens d’accompagnement de bon usage des médicaments prévus par l’INAMI. Parmi les pistes suggérées : la promotion d’inhalateurs moins polluants (dits « à poudre sèche »), l’installation de filières spécifiques de recyclage et une plus grande implication de tout ce qui se situe en « amont » de l’officine : médecins prescripteurs, firmes et délégué·e·s commerciaux·ales, réglementations, etc.

A télécharger : Mémoire Eléa Piccard (PDF)
Intervention d'Eléa lors du webinaire, à partir de 00:53:47

La prison, un milieu capable d’améliorer la santé des détenu.e.s grâce à la création d’un nouveau « métier », axé sur le dialogue entre professionnels

Le travail de Rachelle Rousseaux s’inscrit en complémentarité directe d’une recherche-action menée par l’UCLouvain (ProSess) destinée à mettre au point un dispositif de soutien à l’évaluation des programmes de promotion de la santé. Menée à la prison pour femmes de Berkendael, son étude de cas analyse le programme Care.Connexion développé en 2016 par l’ASBL bruxelloise I.Care et reposant sur trois axes : des entretiens individuels en cellule avec les détenues, le développement de projets communautaires et le recours à des espaces de dialogues informels (préaux). En donnant une perspective systémique à l’évaluation réalisée par I.Care, Rachelle Rousseaux a fait émerger le rôle d’ « interface santé » joué par le dispositif, reposant sur l’approche bottom-up, l’empowerment (renforcement de la capacité d’agir des détenues), l’approche holistique de la santé (physique, mentale, sociale), etc. Peu coûteuse, cette interface-santé pourrait inspirer les projets de méga-prisons (Haren) dans l’optique de Prisons Promotrices de santé (OMS).

> A télécharger : Mémoire Rachelle Rousseaux (PDF)
> Intervention de Rachelle lors du webinaire, à partir de 00:43:02