Companion.energy werd vorig jaar opgericht door Jonas Verstraeten en Thomas Vyncke. Beiden zijn ingenieurs met een stevige bagage in de energiemarkt en een passie voor de energietransitie.

Hun vorige professionele ervaring leerde dat er een duidelijke nood is in de industrie aan een meer softwaregerichte aanpak om de transitie naar ‘Net Zero’ energie efficiënt te maken. De volatiele energiemarkt, de nood aan innovatieve technologieën en de steeds strengere regelgeving worden immers vaak gezien als uitdaging voor de concurrentiepositie van deze bedrijven. Jonas en Thomas zien een kans om industrieel energiebeheer aan te bieden in het tijdperk van hernieuwbare energie.

Companion.energy helpt industriële bedrijven concurrerend te blijven en tegelijkertijd de energietransitie te omarmen. Dankzij hun software worden energieverbruik en -opslag actief gestuurd op basis van de trends in elektriciteitsprijzen. Hierdoor kunnen hun klanten meer en goedkopere hernieuwbare energie gebruiken zonder hun productieprocessen te onderbreken. Hun energieverbruik wordt geoptimaliseerd op momenten dat er volop goedkope hernieuwbare elektriciteit beschikbaar is.

De datasoftware van Companion.energy bouwt de brug tussen energiemonitoring –wat de meeste industriële bedrijven al doen– en actieve energiesturing. Deze actieve energiesturing wordt voor veel bedrijven een noodzaak in de nabije toekomst.

Met variabele hernieuwbare energiebronnen zoals zon en wind is het vermogen van industriële bedrijven om hun energieverbruik aan te passen, essentieel om deze energiebronnen te integreren in de procesvoering.

Het hoofddoel van Jonas en Thomas is om de weg vrij te maken voor een toekomst waarin de industriële energietransitie zo snel, en zo kostefficiënt mogelijk werkelijkheid wordt.

Biomethanisering is een proces dat reeds op industriële schaal en in grote landbouwbedrijven wordt toegepast. Waste-end wil het binnen het bereik brengen van de sector van restaurants, hotels en grootkeukens (scholen, woonzorgcentra, ziekenhuizen...). De onderneming wil een low-tech-oplossing voorstellen waardoor deze spelers weer deel uitmaken van de circulaire economie en tegelijk kunnen besparen op de kosten van de verwerking van hun organische afval.

Een aanzienlijke hoeveelheid voedselafval uit deze grootkeukens wordt vandaag nog altijd verbrand, hoewel dat afval een kostbare hulpbron vormt voor allerlei doeleinden. Via een natuurlijk biologisch proces zorgen de biogasinstallaties van Waste-end ervoor dat bacteriën het organische afval kunnen verteren. Bij gebrek aan zuurstof wordt het omgezet in biogas dat rijk is aan methaan, en in natuurlijke meststof, die ideaal is om de bodem te voeden. Het voedselafval dat deze spelers vroeger met hoge kosten opzadelde, wordt op die manier een hulpbron die tal van mogelijkheden biedt: het biogas kan hergebruikt worden in een verwarmingsketel of een gasfornuis, en de meststoffen kunnen in een planten- of moestuin worden uitgestrooid.

Deze gebruiksvriendelijke oplossing heeft ook het voordeel dat ze kan worden aangepast aan de hoeveelheid en de te verwerken soort afval. Bij de verwerking wordt het milieu gespaard en blijft het transport binnen de perken.

Het team van Waste-end bestaat uit Lola Brousmiche en Nathan Pletinckx, twee jongeren die elkaar met hun profiel perfect aanvullen. Zij is burgerlijk ingenieur chemie en heeft zich gespecialiseerd in biomethanisering. Hij is handelsingenieur en thuis in de vele tools die bij het ondernemerschap worden ingezet. Allebei hebben ze een onweerstaanbare drang om te ijveren voor de bescherming van het milieu, en met die overtuiging hebben ze twee proefinstallaties kunnen bouwen in Henegouwen.

België produceert jaarlijks 320 000 ton glasafval. En als we onze verpakkingen nu eens zouden hergebruiken in plaats van ze weg te gooien of te recycleren? Dat is wat Bring Back voorstelt met zijn sleutelklare wasdienst voor glazen verpakkingen. Het begon met de vaststelling dat glas hergebruiken 5 keer milieuvriendelijker is dan recycleren. Het is ook energiezuiniger (79% minder CO2-uitstoot) en het verbruikt minder water (30% minder dan bij de productie van nieuw glas).

Het statiegeldsysteem is niet nieuw in België, maar momenteel beperkt tot de heel grote merken van bier, softdrinks en water. Laurent Halmes, Fanny Grommerch en François Tonneau willen het statiegeld uitbreiden tot alle voedsel- en drankproducenten, ongeacht hun grootte of producttype.  
 
Met zijn model wil Bring Back ecologischer, maar ook meer concurrerend zijn dan de sector van nieuw glas, waarvan de prijzen sterk schommelen volgens de energiekosten. Bovendien zijn er in België geen glasfabrieken meer, waardoor nieuw glas uit het buitenland komt. Door verpakkingen te hergebruiken, blijven de hulpbronnen en grondstoffen in België en is ons land dus minder afhankelijk van de internationale markt. Bij een 360°-aanpak zorgt dit nieuwe systeem ook voor extra jobs, waardoor de lokale economie een boost krijgt.

Het wascentrum in Luik kan 10 miljoen glazen flessen en bokalen per jaar wassen. De onderneming verbindt zich ertoe te mikken op klanten die zich binnen een straal van 200 kilometer rond het centrum bevinden, om haar impact op het vervoer van de verpakkingen te beperken. Tot haar klanten behoren brouwerijen als Lupulus, Val Duc en Gembloux Beer, maar ook wijnbouwers, producenten van sappen en alcoholvrije dranken, en tot slot de voedingssector met bijvoorbeeld het merk Maria&Franz.